Michel Wijdeveld

Michiel Wijdeveld onderwerpt zijn abstracte schilderijen aan strenge regels. Tegelijk onderzoekt hij de vrijheden die hij zich daarbinnen kan veroorloven. Hij ziet een schilderij niet als ‘doorkijkje’ Voor hem is het een manier om een beeld te maken van ruimte, kleur en contrast (‘objectschilderijen’). De dikte van het materiaal werkt mee. Feitelijk bestaan zijn objecten uit stukken MDF die hij aan elkaar lijmt en kleur geeft.

Hij wilde ruimtelijker werk maken en ging op zoek naar verhoudingen. Zoals je de eeuwenoude ‘ gulden snede’ hebt in de schilderkunst, zo vond hij een theorie over verhoudingen in objecten, De architect en monnik Dom Hans van der Laan ontwikkelde hiervoor het ‘plastisch getal’: een stelsel waarin de dikte van de muur de verhoudingen in een gebouw bepaalt. Wijdeveld adopteerde er een ‘light-versie’ van. “Ik gebruik zijn schema’s als uitgangspunt. De dikte van het schilderij is bepalend voor de rest van de maten”.
De strakke orde in het werk van de Van der Laan fascineert Wijdeveld. “Zijn gebouwen, veelal kloosters, hebben een starheid die gericht is op contemplatie. Dat roept bij mij de vraag op wat dan vrijheid is. We hebben ordening nodig, tegelijk is dat een beperking want ieder mens zoekt een zekere vrijheid.” In zijn werk laat Wijdeveld het strakke botsen met felle kleuren en wilde kwaststreken - die hij dan toch weer terugbrengt tot gestileerde vormen.

“Ik houd van het abstract expressionisme, de gevoelsuitingen met enorme bewegingen. Dat gebruik ik om contrasten te creëren, maar binnen de orde.”
Het is niet puur een artistiek spel. Wijdeveld voelt een link met de actualiteit waarin de spanning rond grenzen steeds terugkeert. Letterlijk, als het bijvoorbeeld gaat over vluchtelingen, maar ook wat betreft de grenzen van ieders individuele vrijheid. Als kunstenaar legt hij zichzelf welbewust restricties op. “De beperking kan ook een kracht worden en binnen die orde kun je spelen.”