Simon Oud
Als hij die boerderijen, schuren, keten en boeten typeert, zegt Oud dat het net is alsof je de kraag van je jas opzet tegen de wind. Iets wat plat is, neemt een staand volume aan, in dwarse hoeken en vlakken. Zo zien veel van zijn sculpturen, meestal uitgevoerd in zink, er dan ook uit. Het zijn persoonlijke stellingen over de positie die hij als mens in het landschap van zijn geboortegrond inneemt. Zijn geometrische beelden doen abstract aan, doordat het vergaande stileringen zijn van agra rische utiliteitsarchitectuur. Tegelijkertijd zijn het persoonlijke interpretaties van de gedaanten die veranderende atmosferische omstandig-heden verlenen aan die simpele bouwsels in het landschap. De sculpturen van Simon Oud gaan vooral over lichtval, vlakverhoudingen en ruimtelijke manifestatie, over de verhouding tussen mens en materie.
‘In mijn ruimtelijk werk zoek ik een vertaling van het polderlandschap zoals ik dat heb gekend. Het landschap werd ruimtelijk opgedeeld door agrarische bouwwerken, sporen van menselijke aanwezigheid.
De polders met hun geometrisch opdeling van het oude land. Tijdens het vervaardigen van mijn objecten klinkt dit door als een echo. Zowel wat betreft de vorm, als ook de plaatsing in de ruimte.
Mijn materiaal is hoofdzakelijk zink en messing. Ik gebruik het omdat de huid, de erosie , de kleur voor mij met het land heeft te maken. Ik vind het fascinerend om vanuit plaatmateriaal volumes te construeren. Vanuit een plat vlak ( plattegrond) ontvouwt zich het object. Lichtgeleiding en vormcontrasten zijn mijn beeldmiddelen.
De gesloten vorm gaat een confrontatie aan met zijn omgeving. Ik zoek de grens, tussen vorm en restvorm. De balans tussen massa en ruimte. Ik gebruik veelal de muur als drager van mijn beelden.’